Theologische verbonden [...vervolg]

God staat buiten de tijd. Dit wordt duidelijk uit Genesis 15:12-21, Jesaja 46:10, en vele andere teksten. In Jesaja staat: "Ik, die van den beginne de afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is; die zeg: Mijn raadsbesluit zal volbracht worden en Ik zal al mijn welbehagen doen" (Uit de NBG 1951-vertaling).

God in de eeuwigheid, voorzag dat de mens fout kon gaan. Daarom besloot Hij, God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest, de drie-eenheid, dat Jezus gezonden zou worden om de mensheid te verlossen. De Heilige Geest zou gezonden worden om daarna de volheid van Gods glorie welke in Jezus was in de mensen, die in Hem geloven, te manifesteren totdat de hele aarde teruggebracht zal worden onder de heerschappij van Christus. Jezus was al voor het begin van de aarde geslagen. (Openbaringen 13:8; 1 Petrus 1:20; Hebreeën 9:24-28; Openbaringen 17:8 ook Mattheüs 13:35) Slechts één keer is Hij gekomen naar de aarde om te sterven, en de Zoon trad hiermee in de volheid des tijds onze tijd binnen. Maar voor God is tijd niet wat het voor ons is. Zoals de teksten eerder geciteerd duidelijk maken. Hij toonde ons zijn genade. Er wordt daarom ook wel gesproken van het Heilsverbond, of het Verbond van Redding, of Verlossing. (Covenant of Redemption) Omdat dit verbond vanuit de eeuwigheid komt en tot de eeuwigheid zal zijn, noemt men dit ook wel het Eeuwig Verbond.

Genesis 3:15 tot en met het Nieuwe Verbond, toont Gods genade. Jezus is Gods genade (Johannes 1:14; 16-17; Hebreeën 4:14-16; Hebreeën 10:19; 1 Corinthe 1:4-5;) en openbaarde de vader (Johannes 1:18), die zoals eerder gezegd, al in de eeuwigheid het reddingsplan van de dood en opstanding van Christus had bedacht. (Efeze 1:4, Openbaringen 13:8) Om het volledig helder te maken: Jezus is genade! Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde tot in eeuwigheid (Hebreeën 13:8, uit de Herziene Statenvertaling) Genade is voor eeuwig. Genade stopt nooit! O, ja misschien voor de ongelovige, maar nooit voor hen die in Jezus Christus zijn!

De glorie van het Nieuwe Verbond zal volledig gezien worden bij de Wederkomst van Christus. Wanneer Hij aanschouwd zal worden van aangezicht tot aangezicht, en wij zullen zijn als Hem (Colossenzen 1:27).
Wij hebben nu drie theologische verbonden geïntroduceerd,

  1. dat is het Eeuwig Verbond of het Verbond van Redding. (In de Gereformeerde kerken, die meer thuis zijn in oudere Nederlandse termen het Heilsverbond genoemd). Dit is het eerste verbond, in onze tijd.
  2. Het tweede in tijd is dus het Verbond van Werken.
  3. Het derde is het Genade verbond (in het Engels: Covenant of Grace), dat toen de mens viel, God zijn genade toonde in Jezus Christus plaatsvervangend sterven.

Begrepen moet worden dat de werken die Adam deed nooit voor zijn Redding waren. Toen het Verbond van Werken kwam was Adam al "gered". Hij stond al in relatie met God. Er was eigenlijk nog niets om Adam van te redden. Hij was al volkomen beschermd. Er was geen zonde op aarde.

In deze tijd gaf God hem een taak, de hof, om die relatie te verdiepen, en zo een wandel met God te hebben en te laten heersen. Het hele doel was om dichter naar God te groeien, meer op Hem te lijken en Zijn macht en heerschappij te demonstreren.

Het verbond van Genade heeft het opnieuw mogelijk gemaakt om toe te treden tot het Verbond van Werken. En uiteindelijk is dan alles weer tot glorie van Hem, die in Eeuwigheid alles voorzag. Die in de eeuwigheid het Lam al slachtte voor onze Redding (Openbaringen 13:8). Wij kunnen niets dan de glorie geven aan Hem die ons redde toen wij nog zondaren waren. En dankzij zijn liefde zijn wij nu wat we zijn. Zo wordt het hele scheppingsplan samengevat in Jezus Christus. Door Hem is alles mogelijk (Colossensen 1:16-20).

 
Edward Irving

Òf een vorm van verbondsleer òf de bedelingenleer.

Er is rond 1830 een leer ontstaan vanuit de persoon Edward Irving in Londen (de toenmalige hoofdstad van de wereld). Deze leer werd spoedig opgepikt door Darby, Scofield en Larkin. Deze leer verzet zich tegen de verbondsleer, want het beweert dat het Nieuwe Verbond, net als alle andere Verbonden na Abraham, slechts voor de joden gelden. God heeft volgens deze dispensationalisten of bedelingenleer gelovigen nu twee verbondsvolken, namelijk de Joden en de christenen.

De Christenen hebben volgens hen geen deel aan het verbond van Abraham, Mozes en het Verbond het Beloofde Land, het Davidische en het Nieuwe Verbond. Latere dispensationalisten trekken dit in twijfel en geloven wel dat het Nieuwe Verbond ook voor Christenen is. 3

Dit boek uit de voetnoot op pagina 3 openbaart direct op pagina 109 dat Ouweneel totaal weg is bij de opvatting van Darby en hedendaagse schrijvers als Ryrie dat het Nieuwe Verbond niet voor Christenen geldt. Maar zij allen blijven geloven dat, de christenen een nieuw volk zouden zijn tussen de vervulling van Israëls ultieme beloften geplaatst in de tijd, omdat God zo toch nog medelijden kon hebben met de rest van de wereld.

Men moet dus beseffen dat de namen niet zo zeer de sleutel bevatten, tot het verschil tussen de verbondsleer en de bedelingenleer. De bedelingenleer gelovigen geloven in verbonden al zien ze het anders dan de verbondsleer gelovigen, en de verbondsleer gelovigen geloven in bedelingen al zien zij dat anders dan de bedelingenleer gelovigen.

De term bedelingenleer is een ongelukkig gekozen vertaling van het Engelse "dispensationalism". Het verschil tussen de bedelingenleer en de verbondsleer, is aangegeven door een bekend dispensationalistisch schrijver uit Amerika, Charles C. Ryrie . Hij geeft 3 punten van verschil:

Het dispensationalisme zou:

  1. De enige zijn die ziet dat alles gaat om de glorie van God. Men moet vaststellen dat dit foutief is. Want in één van de Calvinistische geloofsbelijdenissen (de "Westminister Confession of Faith") wordt dit ook gezegd in hoofdstuk drie. Zo zien wij hier dat Engelstalige Gereformeerden (namelijk, hier onder valt de "Westminister Confession of Faith") dit net als dispensationalisten geloven.

    Vele gelovigen uit Anglicaanse, Presbyteriaanse, Congregationalistische en Baptistische hoek, waren voor ong. 1840 ook, wat men "Calvinistische Verbondsleer gelovigen" noemt. (Zoals eerder gezegd heb ik grote moeite met die term gekregen om dat de Verbondsleer naar mijn overtuiging, één van de vele Metechoïstische bevestigingen is uit de kerkgeschiedenis, maar wegens het feit dat onder deze term een groep gelovigen zich tot op de dag van vandaag schaart, heb ik de naam (Calvinistische Verbondsleer) hier dan maar gebruikt.)

    Eigenlijk geloven alle Verbondsleer gelovigen, dat alles gaat om de glorie van God. Maar een deel wil benadrukken dat dit "te vaag" is voor het Christelijk geloof. Het is belangrijk om dit te verduidelijken zoals de bijbel zelf ook doet. De GLORIE VAN GOD WAS WANDELEND OP AARDE en GEOPENBAARD OP AARDE IN CHRISTUS. (Joh. 1:14; Col. 2:9) Door in hem te geloven, en op Hem gefocust te zijn, wordt leven voor de glorie van God makkelijk en praktisch! Want de Vader en de glorie van de Vader is geopenbaard in de Zoon.





Voetnoten:
  1. W.J. Ouweneel, "Sta op en laat u dopen" (Vaassen, Telos, Uitgeverij Medema, ©2005), pag. 109-113